In de bedrijfsadministratie maakt marketing deel uit van het hele bedrijfsproces. Het begint met de planning van het concept, gevolgd door de aankoop van grondstoffen en voorproducten (inputs), gaat verder met de productie (creatie van goederen of diensten) en eindigt met de marketing (marketing of verkoop) van de gecreëerde zakelijke diensten. Daarnaast zijn er ondersteunende processen zoals innovatie, financiering, administratie of personeelsmanagement. Subprocessen worden ook wel transactie- of ondernemersfuncties genoemd. Managementfuncties zijn nodig om alle processen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Deze omvatten planning (inclusief het stellen van doelen), organisatie, management en controle (het monitoren van succes en vooruitgang) in relatie tot het stellen van doelen. Het marketingproces zelf kan worden voorgesteld als een marketingplan: Het identificeren van kansen door middel van markt-, klant- en concurrentieanalyses, inclusief marktonderzoek, het stellen van doelen om een rendement op de investering te garanderen, het selecteren van de juiste strategieën om de doelen te bereiken, het implementeren van de strategie met behulp van de marketingmix en ten slotte het monitoren van het succes van het gehele proces en alle genomen beslissingen. Het thema marketing heeft sinds het midden van de jaren vijftig in de wetenschap en de praktijk aan belang gewonnen door de overgang van de oorlogseconomie naar de zogenaamde welvaartsmaatschappij (het aanbod is groter dan de vraag). Deze trend ging gepaard met meer concurrentie voor klanten en werd nog versterkt door twee oliecrises in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Zo werd in 1969 de eerste marketingafdeling (Heribert Meffert) in Duitsland opgericht. Sindsdien wordt marketing beschouwd als de centrale succesfactor voor het „overleven“ op lange termijn van ondernemingen in de concurrentiestrijd (dominante marketingfunctie). Het diagram hiernaast is bedoeld om de relatie tussen marketing en andere bedrijfsfuncties te illustreren.